De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. De gele briefkaart, of kortweg ” e geel kortje”

Zoals U ondertussen weet, verhuisden we wegens onze Pa zijn werk, voor 5 jaar van Berchem naar Mechelen. Ons Make kende daar niemand, was ook vrij snel in verwachting van mijn broertje, en toen die geboren was, thuis geboren, was ze blij dat haar zussen, regelmatig langskwamen om een handje toe te steken. Als ons Moemoe mee kwam, bleef ze gewoonlijk bij mijn broertje, ik weet nog, als hij last had van zijn buikje, dan kookte ze rijstwater, om hem dat te laten drinken, ze had zo haar eigen remedies. En terwijl trokken de 3 zussen , met ons , naar het centrum van Mechelen, want voor hen was dat een beetje een uitstapje in een voor hen onbekende stad. Nu vind je in elke grote stad, allemaal dezelfde winkels, maar toen was dat nog niet zo, dus trokken ze naar de Bruul en de Ijzeren leen , om er te kijken of ze iets vonden, dat ze enkel in Mechelen verkochten. En we gingen ook altijd een wafel of zo eten, ik denk ergens op de Botermarkt, ik ben niet zeker . Ik weet nog dat er eens een grote zaal, met cinema uitbrandde, op de Botermarkt, ik herinner me de naam niet meer, maar het hield de mensen heel lang bezig, er werden daar bals gehouden met grote orkesten, onder andere , de toen welbekende Francis Bay, die later bekend werd door op televisie mee te doen in de shows, met als zangeres Jo Leemans. Wij hadden toen nog geen televisie, dat kwam later pas.

Wat de mensen toen ook nog niet hadden was een telefoon, bijna niemand had een telefoon in huis, wij konden er een gebruiken van de burelen , omdat wij naast het bedrijf woonden, waar mijn vader werkte, maar naar wie zouden we gebeld hebben, niemand van de familie in Berchem had telefoon. Dus, als mijn moeder iets wou vertellen , of iets laten weten aan de tantes, of gewoon vragen wanneer ze kwamen, dan stuurde ze een gele briefkaart , ” e geel kortje” dat was een kaartje met ineens een postzegel op, en dat werd voor de onderlinge communicatie veel gebruikt, ze had ze altijd in huis, en ze gebruikte dat meermaals per week. Zij kreeg dan meestal ” e geel kortje” terug, en dan wist ze wat er ging gebeuren de week die volgde, en was haar heimwee , een beetje minder. Vooral de eerste jaren, toen mijn broertje nog te klein was, om altijd met de trein over en weer te reizen, was ze veel alleen, ze bracht ons naar school, maar dan ging ze terug naar huis, waar altijd wel iets te doen was, , want vriendinnen had ze daar niet. En als ze zich dan eenzaam voelde schreef ze een geel kaartje naar de zussen, en wachtte ze op de postbode, om te zien of die er een voor haar bij had.

Later, toen mijn broertje ouder was, gingen we elke donderdagnamiddag naar Berchem, want toen was het nog op donderdagnamiddag vrijaf, ipv woensdagnamiddag, en wij hadden ook nog school, de zaterdagvoormiddag, dat werd later afgeschaft.

We namen de trein in Neckerspoel , tot in het mooie Berchemstation, en daar stond ons Moemoe ons op te wachten. Dan te voet door de Boomgaardstraat naar de Wijnstraat, waar de tafel gedekt stond, , en ons Moemoe bakte pannenkoeken, of wafels, het was altijd feest, en ‘s avonds kwam onze Pa ons halen met de auto. Hoe dikwijls hebben we dat niet gedaan, ik denk de laatste twee jaren, elke week. en de zaterdag gingen we naar de Bomma. Ons Make woonde daar niet graag, te ver weg van de familie waar ze zo aan verknocht was, ik wel, ik heb mijn lagere school daar gedaan, en ik had snel vriendinnetjes, ik ga nog graag naar Mechelen, met al die mooie jeugdherinneringen.

De Sint Romboutstoren, als een baken die we zagen als we naar huis reden , en de hele familie op bezoek toen wij onze eerste communie deden

%d bloggers liken dit: