De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. Deugnietenstreken

Zoals ik al vertelde bracht ik mijn jeugd door in Berchem, en mijn man is van Borgerhout. Hij vertelt dikwijls over de schone tijd die hij er heeft doorgebracht. Hoe hij met de jongens uit de buurt op straat speelde, en hoe ze de boekjes ( A5 formaat dikke boekjes) van Unigro aan iedereen vroegen, of ze ook wel van de " dorpels" durfden nemen, als de postbode die niet in de bus kreeg . Ze zaten op straat, scheurden er de blaadjes uit, scheurden ze in fijne repels , en maakten daar blaaspijpjes van, die ze dan door een " klakkebuis" ( electriciteitsbuis) zo ver mogelijk wegbliezen , liefst in de richting van een vliegenraam , dan bleven die in de gaatjes steken. Ze staken op die buis, een houten wasspeld, en dat was dan hun vizier, ja vindingrijk waren ze wel. Ze konden allemaal hard lopen, dus dat was niet zo erg. Ze zullen ook wel belleketrek hebben gedaan, dat deden alle deugnieten toen.

Mijn neef de Charrel dat was nogal een brave. Hij woonde tot mijn 5 jaar, boven ons, en ik speelde veel met hem, ik voetbalde mee, speelde met houten spelden, wat we daar allemaal mee maakten , en leerde met de bikkels spelen, en kaarten. Ik las graag, zo ga. uw ik kon lezen, las ik zijn boekjes van Pietje Bell, daarvoor, las hij de verhaaltjes voor , terwijl we samen , bij ons Moemoe in de koepel zaten.

Een keer had hij een vriendje dat was komen spelen, en toen heeft hij iets gedaan, waar zijn ouders ( Nonkel John en Tante Maria ) niet mee konden lachen. Ze waren aan het spelen en zijn vriendje en hij, hadden op zolder in een schuif, een pakje oude brieven gevonden. Ze besloten om dan maar facteur te gaan spelen en ze hadden die brieven, bij de buren in de bussen gaan steken. Toen ‘s avonds, de buurvrouw, kwam bellen , met enkele van die brieven, en tante Maria zag, dat het haar vroegere liefdesbrieven waren, die Nonkel John, toen hij bij het leger was, naar haar had geschreven, toen, ja, toen was het zijn beste dag niet. Hij is overal moeten gaan bellen, om de brieven terug te vragen, en Tante Maria heeft ze voor alle zekerheid, dan maar in de stoof gestoken. Daarna hebben ze daar nog wel mee gelachen, Tante Maria is daar nog dikwijls mee geplaagd.

Nonkel John, was een stille, maar een met droge humor, als hij een jeneverke uit had, dan was hij wel een plezante, ik herinner me nog, dat hij op familiefeestjes, altijd zong van " Kakakulleke , z’is van Matadi " dan wisten de tantes , hij heeft er eentje te veel op, maar het was een hele plezante dan, en met een familiefeestje, mocht dat . Als je je neus snoot, en je keek in je zakdoek, dan vroeg hij altijd " ligt er 5 frank in ? "

Ik weet nog dat Tante Maria , altijd een petatje meer moest schillen, want hij vroeg ‘s avonds altijd " Mitje, zijn er nog kou petatjes" en dan at hij die op als snoepje. Er werd niets weggegooid vroeger, ik weet ook nog dat wij boterhammen roosterden, op de stoof, op een grilletje, op tijd omdraaien, of ze verbranden. dan boter er op en siroop, lekker.

Mijn Bomma had altijd spekvet staan, in een grote steinen pot, ze bakte grote stukken spek uit, goot dat in die pot, en in de winter werd daar van gegeten met bruine suiker , ze maakte ook altijd twee potten extra , 1 voor onze Pa en 1 voor Nonkel Henri, zijn broer, dat was altijd een feestmaaltijd, ik was er niet zot van, en ons Ma ook niet, maar onze Pa smulde daar altijd van. Toen ze 90 jaar was, en niet meer zo goed uit de voeten kon, vroeg ze aan onze Pa , om een boterham met spekvet, hij is dat dan speciaal gaan maken, want toen werd dat niet meer zoveel gegeten, en onze Pa had zeker geen steinen pot staan zoals zij vroeger altijd.

Zo, weer een beetje verteld over onze jeugd, die herinneringen blijven komen, je denkt aan het ene, en het andere komt te voorschijn.

Bij de foto’s : het deugnietegezicht van mijn man, toen hij bij de wolfkes was, en onze Charrel, met onze Pa en Nonkel Charles , de man van ons Tante Wiske

%d bloggers liken dit: