Fietsberaad illustreert rapport fietsstraten met plaatsbezoek in Boechout

Vandaag kwam de organisatie Fietsberaad een rapport voorstellen over fietsstraten. Wat zijn de factoren die bepalen dat een fietsstraat goed werkt? Waarom werken fietsstraten beter dan fietszones?

De Victor Heylenlei werd aangehaald als goede voorbeeld. Deze straat sluit aan op de nieuwe fietssnelweg Antwerpen – Lier en werd heel recent heringericht volgens alle 9 parameters die van een fietsstraat een succes maken.

Boechout geeft het voorbeeld

De Martelarenlaan in Leuven en de Victor Heylenlei in Boechout zijn een voorbeeld voor alle Vlaamse fietsstraten. Schepen van Verkeer van Boechout, Rudi Goyvaerts: ‘De fietsstraat Victor Heylenlei in Boechout is een onderdeel van de fietssnelweg. Door de volledige heraanleg met fietsstraatinrichting werd de route duidelijk herkenbaar voor iedereen. Het rode asfalt waarborgt een hoog fietscomfort en de continuïteit van het fietsnetwerk. Het fietsstraatlogo wijst nog een keer op het gewenste gedrag. En door de smalle strook met kasseien in het midden ontstaan twee fietsrijlopers waardoor het natuurlijker aanvoelt voor motorvoertuigen om achter de fiets te blijven.’ Schepen van Openbare Werken van Boechout, Dirk Crollet, vult aan: ‘Het parkeren is in de nieuwe situatie georganiseerd in parkeerkeervakken naast de rijweg waardoor de fietser alle ruimte heeft.’ Gevolg, op drukke dagen zijn er tot 2.700 fietsers en de route trekt eveneens veel toeristische fietsers.

Fietskwaliteit in fietsstraten vraagt meer inspanningen.

Fietsstraten zijn er in alle soorten en maten maar ze zijn niet altijd even succesvol. Dat blijkt uit onderzoek van Fietsberaad Vlaanderen waarbij 7000 verkeersdeelnemers (zowel automobilisten als fietsers) hun mening gaven over het functioneren van verschillende fietsstraten in Vlaanderen. Fietsstraten maken een omgeving die door motorvoertuigen gedomineerd wordt echter niet fietsvriendelijk. Om de kwaliteit van fietsstraten te verbeteren, vergt het dan ook inspanningen van steden en gemeenten op fietsnetwerkniveau als op vlak van het gebruik en de inrichting van fietsstraten. Fietsberaad Vlaanderen bundelde de bevindingen en aanbevelingen in een rapport.

De voorbije jaren verschenen er steeds meer fietsstraten en fietszones. Het was en is nog steeds een zichtbare maatregel om het fietsbeleid in een gemeente vorm te geven. De coronacrisis heeft deze ontwikkeling nog versneld. We waren dan ook benieuwd hoe weggebruikers deze populaire maatregel ervaren en of het een positieve impact heeft op het fietsklimaat van een gemeente. Het onderzoek geeft mee een antwoord op de vele vragen van steden en gemeenten over de toepassing, uitvoering en communicatie van fietsstraten.

Ervaring en beleving weggebruikers centraal

Fietsberaad is van mening dat de ervaring en beleving van weggebruikers essentieel zijn om aanbevelingen te formuleren die leiden tot veilige en comfortabele fietsstraten en fietszones in de praktijk. De input van zo’n 7.000 gebruikers over 17 fietsstraten en 3 fietszones in Boechout, Bonheiden, Deinze, Geel, Gent, Harelbeke, Kalmthout, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Peer, Ranst en Turnhout was dan ook cruciaal voor het onderzoek.

Gebruikers gaven een score op vijf kwaliteitscriteria voor een goed fietsnetwerk (directheid, omgeving, veiligheid, inrichting en respect) en benoemden de drie belangrijkste knelpunten: inhalen van fietsers, te veel en te hardrijdende motorvoertuigen én hinder door parkeerbewegingen of laden en lossen.

Inrichting en autoluw karakter vragen meer aandacht

Wanneer een fietsstraat een logische plek heeft binnen het fietsnetwerk, veel fietsers en weinig gemotoriseerd verkeer kent en een herkenbaar fietsstraatprofiel heeft dan is de fietsstraat succesvol en is ze werkelijk fietsvriendelijk.

Bij de keuze voor een fietsstraat of fietszone leeft nog te vaak de hoop dat de maatregel het fietsklimaat verbetert. Aan de invoering van een fietsstraat of een fietszone is immers automatisch een snelheidsregime en een inhaalverbod gekoppeld. Maar de praktijk leert ons dat het instellen van een fietsstraat of fietszone niet volstaat om een door motorvoertuigen gedomineerde omgeving fietsvriendelijk te maken. Zeker als er maar weinig fietsers zijn en veel (doorgaand) gemotoriseerd verkeer. Het inhaalverbod wekt ergernis op of wordt niet gerespecteerd en voor een maximumsnelheid van 30 km/u is het niet nodig om een fietsstraat of fietszone in te stellen. Daarvoor bestaan andere middelen.

Fietszones die een breder gebied omhelzen scoren minder goed dan fietsstraten. Na de instelling van een fietszone moet de verkeersfunctie voor motorvoertuigen verder worden geminimaliseerd en het fietsklimaat versterkt. Het instellen van een fietszone is dan ook best de laatste stap in het creëren van een gebied waar de fietskwaliteit op punt staat. Om deze kwaliteit te bereiken kunnen wegbeheerders het nieuw ontwikkelde driestappenplan met 9 criteria volgen.

Ingrediënten voor een succesvolle fietsstraat of fietszone

  1. Stap 1 – De fietsstraat of fietszone moet goed samenvallen met het fietsnetwerk. Het is een route of bestemming voor het fietsverkeer én men kan er vlot doorfietsen. Een ondergrens van 500 fietsers is aanbevolen, met de voorwaarde dat er niet meer auto- dan fietsverkeer geteld wordt.
  2. Stap 2 – In de fietsstraat of fietszone is er maar beperkt gemotoriseerd verkeer (zowel auto’s, vrachtwagens, bussen als landbouwverkeer). Bovendien mag er maar weinig hinder zijn van parkeerplaatsen of los- en laadzones. Ook een straat met veel overstekende voetgangers is minder geschikt als fietsstraat. Een bovengrens van maximaal 1.000 gemotoriseerde voertuigen is wenselijk.
  3. Stap 3 – De inrichting is op maat van de fiets en dat blijkt uit de aanleg en het specifieke fietsstraat-profiel (monolithische verharding, twee gescheiden rijlopers op maat van het fietsverkeer). De aanleg waarborgt de continuïteit en herkenbaarheid als fietsstraat. Borden en markeringen ondersteunen dat en bevestigen het wettelijk karakter als fietsstraat. Een rijbaanbreedte van 450 à 480 cm is ideaal voor een fietsstraat met tweerichtingsverkeer.

“Voor een succesvolle fietsstraat of fietszone, is het belangrijk om aan alle aspecten van het stappenplan te voldoen. Hoe beter een fietsstraat of fietszone daaraan beantwoordt, des te hoger de waardering van de fietser en niet-fietser én des te kleiner de kans dat er veel moet worden ingezet op handhaving” aldus Fietsberaad Vlaanderen. Het “Plan Kopenhagen” (dat deel uitmaakt van de relancemaatregelen van de Vlaamse Regering) biedt investeringsmiddelen aan steden en gemeenten om zowel met circulatiemaatregelen als met een volledige heraanleg van het publiek domein écht in te zetten op succesvolle fietsstraten met herkenbare fietsstraatprofielen.

Boechout geeft het voorbeeld

De Martelarenlaan in Leuven en de Victor Heylenlei in Boechout zijn een voorbeeld voor alle Vlaamse fietsstraten. Schepen van Verkeer van Boechout, Rudi Goyvaerts: ‘De fietsstraat Victor Heylenlei in Boechout is een onderdeel van de fietssnelweg. Door de volledige heraanleg met fietsstraatinrichting werd de route duidelijk herkenbaar voor iedereen. Het rode asfalt waarborgt een hoog fietscomfort en de continuïteit van het fietsnetwerk. Het fietsstraatlogo wijst nog een keer op het gewenste gedrag. En door de smalle strook met kasseien in het midden ontstaan twee fietsrijlopers waardoor het natuurlijker aanvoelt voor motorvoertuigen om achter de fiets te blijven.’ Schepen van Openbare Werken van Boechout, Dirk Crollet, vult aan: ‘Het parkeren is in de nieuwe situatie georganiseerd in parkeerkeervakken naast de rijweg waardoor de fietser alle ruimte heeft.’ Gevolg, op drukke dagen zijn er tot 2.700 fietsers en de route trekt eveneens veel toeristische fietsers.

Beeldmateriaal, copyright Stefan Dewickere

%d bloggers liken dit: