Gedeputeerden Vlaamse provincies maken komaf met de ‘betonstop’

BRUSSEL – De Vlaamse regering keurde in juli vorig jaar de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed. Dit dient als richtlijn voor het toekomstig ruimtelijk beleid in Vlaanderen. In het BRV krijgen de provinciebesturen een bovenlokale en streekgerichte rol toebedeeld. Ze krijgen de ruimte om een eigen strategisch ruimtelijk beleid op te maken in de vorm van een Provinciaal Beleidsplan Ruimte.

De vijf Vlaamse provinciebesturen startten gezamenlijk met de opmaak van een Provinciaal Beleidsplan Ruimte. In het vernieuwd provinciaal ruimtelijk beleid gaan de provinciebesturen niet alleen over bestuurlijke grenzen heen maar ook over beleidsdomeinen. Ann Schevenels (OpenVLD), voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Provincies en gedeputeerde in Vlaams-Brabant (midden op de foto): ‘In onze gemeenschappelijke ambitie worden er een aantal overeenkomstige uitgangspunten gehanteerd: duurzaam omgaan met de beschikbare ruimten, streven naar een efficiënt ruimtegebruik en een koppeling maken tussen ruimtelijke ontwikkelingen en duurzame mobiliteit, rekening houdend met de kwetsbaarheden van onze natuurlijke omgeving. We hebben niet gewacht op het startschot van Vlaanderen. Alle provincies zijn al eerder aan het werk gegaan. Bovendien werken wij als provincies op hetzelfde niveau als Vlaanderen. Het is niet zo dat zij boven ons zouden staan.’

‘Het is uniek dat de provincies gaan samenwerken in verband met Ruimtelijke Ordening. Wij krijgen een bovenlokale en streekgerichte rol. Bedoeling is om op maat te werken per provincie en tevens gebiedsgericht. Deze doelstellingen zullen in de toekomst nog aan belang toenemen. De samenstelling van de bevolking is aan het wijzigen. In 2030 zal mijn provincie 80 000 nieuwe inwoners tellen. We zullen tussen de 40 à 45 000 nieuwe woongelegenheden moeten creëren. Dat wordt een hele uitdaging. De samenstelling van de gezinnen verandert. Ze zullen steeds kleiner worden, het klimaat wijzigt, er is de mobiliteitsdruk en de open ruimte komt in gevaar door de zogenaamde betonstop, die belemmerd dat er nog mag worden gebouwd.’

Gedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) van de provincie Antwerpen beaamt. ‘Betonstop is een verschrikkelijk woord. We mogen de mensen geen angst aanjagen. Op de duur heeft men nog schrik om te bouwen. Maar we moeten wel inventief werken. In industrie- en KMO-zones zijn er nog mogelijkheden om bijvoorbeeld appartementen boven winkels te bouwen. Bij ons nam de provincieraad in januari officieel de startbeslissing voor de opmaak van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. Inhoudelijk zijn we al langer bezig onder de noemer Nota Ruimte. We gaan nu dus verder met de officiële benaming ‘Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.’ Net omdat we inhoudelijk al zo ver staan, organiseren we de adviesronde voor de conceptnota al na de zomer. Waar ik trots op ben, is de participatieve aanpak van de Nota Ruimte. We zijn gestart in 2013 met onze externe diensten. Twee jaar later hebben we inhoudelijke experten betrokken en in 2016 hebben we het opengetrokken naar gemeentebesturen en middenveldorganisaties. In 2018 richtten we ons tot burgers aan de hand van twintig vragen en een online-bevraging. We faciliteren de transitie naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en willen bijdragen aan de leefbaarheid, een rode draad die door de vijf provincies loopt. Daarbij moeten we rekening houden met kwetsbaarheden zoals rivieren en de toestand van de bodem.’ (EM)

%d bloggers liken dit: