Ludwig Caluwé: ‘Ook gemeenten moeten aan ‘stadslandbouw’ gaan doen’

BERCHEM – Vandaag vind je stadslandbouw – zoals de naam het zegt – vooral terug in de stad. Maar deze aanpak biedt ook in kleinere steden en gemeenten veel kansen. De provincie Antwerpen gaf de opdracht aan de Universiteit Antwerpen om de kansen voor stadslandbouw in kaart te brengen en een leidraad voor gemeenten uit te werken en dit met extra aandacht voor initiatieven met een economische drijfveer.

Een tuintje in de stad waar iedereen zijn eigen groenten kan telen, een stukje groen dat inwoners samen onderhouden of een pluktuin waar je groenten en fruit kan plukken en kopen: stadslandbouw is geliefd omdat het groen aantrekt en mensen samenbrengt. Het kan echter ook voor vers voedsel, gezondere lucht en een betere bodemkwaliteit zorgen. De vraag naar meer groene infrastructuur in de steden is groot, maar de nog beschikbare ruimte schaars. Gedeputeerde Ludwig Caluwé (CD&V): ‘Wanneer een stad er in slaagt om sociale, ecologische en economische verhalen samen te brengen op één stuk grond, kunnen ze op die ruimte een zeer grote meerwaarde realiseren voor hun inwoners. Zowel voor grote als kleinere steden en gemeenten is stadslandbouw een zeer interessante manier om al die verhalen te vermengen. Maar stadlandbouw kent vele vormen en elke ruimte vraagt een andere aanpak.’ De provincie liet daarom de Universiteit Antwerpen de kansen voor stadslandbouw in kaart brengen. Het resultaat moet een leidraad worden, waarmee steden en gemeenten zelf aan de slag kunnen gaan.

Een grond die wordt bewerkt moet niet langer door stadsarbeiders worden onderhouden. Indien er een professionele activiteit op komt, kan die zichzelf gemakkelijker terugverdienen. Thomas Kuyper (UAntwerpen): ‘Het is belangrijk dat steden en gemeenten goed afbakenen welke sociale, ecologische en economische invullingen ze willen geven aan een specifieke ruimte. Ligt de klemtoon meer op het economische aspect, dan komen we bij andere vormen van stadslandbouw uit dan wanneer men wil inzetten op het sociaal gebeuren. Langs de andere kant heeft elke vorm van stadslandbouw direct of indirect een impact op het sociale, ecologische en economische. Om dit in kaart te brengen voor beleidsmakers, ruimtelijke planners en initiatiefnemers is het van belang om bij de start van het initiatief doelstellingen voorop te stellen en indicatoren te selecteren die dit meetbaar maken.’

Eens gekozen voor een bepaalde vorm van stadslandbouw, zijn er nog vele andere factoren die bepalen of het een succesverhaal wordt. Caluwé: ‘Aangezien de vragen rond stadslandbouw in verschillende steden en gemeenten spelen, willen we als provincie zorgen voor pasklare antwoorden. De tools van de Universiteit Antwerpen zullen dan ook beschikbaar zijn voor elke geïnteresseerde stad of gemeente. Verder willen we bekijken of de provincie ook op het terrein een meerwaarde kan bieden. Dit zou bijvoorbeeld kunnen in de vorm van stadslandbouwcoaches of subsidies.’ De provincie Antwerpen geeft het goede voorbeeld. Wanneer het nieuwe provinciehuis in gebruik wordt genomen, komt er een groene long van 23 000 vierkante meter die publiek toegankelijk is. ‘We moeten bekijken of ook een gedeelte van de tuin rond het provinciehuis ter beschikking kan worden gesteld voor lokale stadslandbouwinitiatieven. Dat doen we best samen op basis van een plaatselijk initiatief en in goede verstandhouding met de buurt, net zoals we ’s avonds en tijdens het weekend onze nieuwe ondergrondse parking ter beschikking zullen stellen voor buurt-parkeren.’ (EM/Foto Provincie Antwerpen)

 

%d bloggers liken dit: