UA stelt jaarboek voor: ‘Digitale uitsluiting leidt tot ongelijke gezondheid’

Om digitaal zo weinig mogelijk mensen uit de boot te laten vallen, zou de overheid structurele maatregelen moeten nemen. ‘Denk bijvoorbeeld aan een uitbreiding van het sociaal tarief voor internet en telefonie, gratis wifi op openbare plaatsen en een verlaging van de btw op een internetverbinding’, zeggen de auteurs van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2020, gecoördineerd door de Universiteit Antwerpen. Deze 29ste editie van het Jaarboek onderzoekt wat digitalisering betekent voor armoede en armoedebestrijding.

Tien procent van de Belgische huishoudens heeft thuis geen internet. Deels is dat te wijten aan een gebrek aan financiële middelen, deels aan een gebrek aan vaardigheden, soms ziet men ook gewoon de noodzaak niet in. Onze samenleving digitaliseert verder, met bijvoorbeeld massaal thuisonderwijs tijdens de coronapandemie. Ook e-government, online banking en e-commerce nemen een hoge vlucht. Mensen riskeren zo digitaal te worden uitgesloten, waardoor onder meer de kansen op het vinden van een job slinken.

Er moet dus worden ingezet op digitale inclusie, stellen de auteurs van het Jaarboek. Publieke en middenveldorganisaties spelen een belangrijke rol om mensen te begeleiden en leerkansen te bieden. Naast online bereikbaarheid moet men volgens het Netwerk tegen Armoede blijven inzetten op laagdrempelige, bereikbare en persoonlijke dienstverlening. Dat is ook van belang tijdens een lockdown. ‘In tijden van social distancing valt immers ook de digitale ondersteuning die mensen van vrienden, familie of collega’s krijgen, vaak weg’, zeggen Axelle Asmar, Leo Van Audenhove en Ilse Mariën (VUB).

Digitale uitsluiting kan ook leiden tot een ongelijke gezondheid. Veel informatie over gezondheid in al haar aspecten is online te vinden. ‘Die informatie moet wetenschappelijk onderbouwd en eenvoudig te begrijpen zijn’, leggen Gilles Henrard en Sophie Lacroix (ULG) uit. ‘Maar ze moet vooral makkelijk toegankelijk zijn voor iedereen, en dus niet alleen online worden aangeboden. De communicatie moet ook zijn aangepast aan verschillende doelgroepen en in verschillende talen. Dit is des te relevanter in het licht van de bestrijding van corona.’

‘Mensen in armoede krijgen wel eens het advies om hun internetabonnement op te zeggen om kosten te besparen. Enerzijds wordt internet dus als luxe beschouwd, anderzijds wordt van mensen wel verwacht dat ze alles digitaal meedoen’, stelt een vereniging waar armen het woord nemen, vast. ‘Toegang tot multimedia en internet in openbare plaatsen, liefst met de nodige ondersteuning, is een eerste stap, maar is onvoldoende.’ Het aanbod van Telenet voor een basis internetpakket van vijf euro per maand is een goed initiatief dat andere providers zouden kunnen volgen. “Maar de overheid kan ook voorzien in structurele maatregelen, zoals een uitbreiding van het sociaal tarief voor internet en telefonie, gratis wifi op openbare plaatsen of een verlaging van de btw op een internetverbinding’, opperen de makers van het Jaarboek Armoede.

Uiteraard presenteert dit boek ook een aantal meer algemene analyses over armoede en sociale uitsluiting. Zo komt een alternatieve manier om welzijn te meten aan bod en zoomt men in op de rol van Europa voor armoedebestrijding. Daarnaast krijgen we meer inzicht in de situatie van jongeren. Op woensdag 2 december, van 10 tot 12 uur, organiseren de auteurs een online colloquium. Op het programma: voorstelling van het Jaarboek Armoede, keynote door Ilse Mariën (VUB), in gesprek met Link in de Kabel, Centrum Kauwenberg en het E-inclusieteam van Stad Antwerpen. Meer info op www.uantwerpen.be/jaarboek-armoede. (Antwerps Persbureau / Foto Universiteit Antwerpen)

 

%d bloggers liken dit: