De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. Als kleine jongen, op ontdekking in het Rivierenhof

Een van de mooiste verhalen, die mijn man over zijn jeugd in de jaren 50 vertelt, is dat zijn grootouders, als conscierge werkten, , in het Sterckshof, kasteel in het Rivierenhof, en hoe hij daar, elke keer als hij bij zijn grootouders was, op ontdekking ging in het park. Hij heeft daar zelfs leren lopen. Een heel park als tuin, is voor een kleine jongen een feest. Uren, en dagen heeft hij daar rondgelopen, en hij kent het park nog steeds als zijn broekzak. Later, toen hij wat ouder was, ging hij er met zijn grootvader ook vissen in de vijver, en ze wandelden samen urenlang door het park. Ze stonden soms zo vroeg op, om te gaan vissen, dat het Rivierenhof nog niet open was, ze kenden gelukkig alle boswachters, en als ze onder de barelen kropen , en vooral Boswachter ” de Jean” riep ” halt ” , dan riepen ze terug , ” Jean ‘t zijn wij hé ” en dan was het in orde. Zijn grootvader heeft er ooit nog een snoek van een meter lang gevangen, de kleine jongen ging mee om de kleine visjes te vangen, die dan dienden om de snoeken te verschalken . Vroeger was het nog een bootjesvijver, maar dat is al lang geleden. Men kon een bootje huren om een tijdje op de roeivijver te gaan roeien. Romantisch tijdverdrijf voor veel koppeltjes. Bij de foto’s , Bonneke en Bompa , bij hun ingang, van het Sterckshof. tweede foto, Bompa, (maar ik weet niet of dit ook het Sterckshof was) .

Bompa en Bonneke, gingen ook tijdens de vakanties koken, voor de kinderen van de vakantiekoloniën, in Kalmthout. Zijn ouders reden dan met hun tandem ‘s morgens naar Kalmthout, mijn man , als jongen van 10 jaar , er voor met zijn eerste grote fiets, die ze gekocht hadden bij Janneke Zagers in Brasschaat , oud beroepsrenner die ooit de schaal Sels in Merksem won, hij speelde er de hele dag, om ‘s avonds terug te rijden naar Borgerhout, en goed slapen dat hij dan deed. Zijn Vader was heel streng, hij kreeg twee dals om op te rijden, en als hij daar van af week, , tikte zijn vader tegen zijn achterwiel, zodat hij alles moest doen om niet te vallen, op die manier heeft hij heel goed en veilig leren fietsen. bij de foto : Bompa als kok in Kalmthout)

Zo hebben we allemaal verhaaltjes en herinneringen aan onze grootouders, die we nooit vergeten zijn. Mijn Bompa, de man van de Franse Bomma, de vader van mijn vader, was uit de eerste wereldoorlog ziek teruggekomen, gepakt van de gas, zegde men. Ik heb hem nooit anders geweten, als in de hoek van de kamer, in zijn zetel, met zijn puffer, op het laatste sliep hij ook beneden, omdat hij de trap niet meer op kon. Het was een lieve , stille man, en hij verloor ook zijn duim in de oorlog, dus , als hij me op mijn nagels zag bijten, dan toonde hij altijd zijn hand zonder duim, en zei hij dat hij ook op zijn nagels beet, en dat hij daardoor zijn duim was kwijtgespeeld. Voor mij genoeg, om dat nooit meer te doen. Hij is gestorven toen ik 12 jaar was. ( de foto mijn Bompa met mij. )

De Charrel, mijn neefje, was na 5 jaar samen wonen, met zijn ouders bij zijn grootvader gaan wonen, wij gingen daar regelmatig naar toe, en ik ging ook soms spelen in de tuin bij de Charrel, dan kwam zijn grootvader, altijd gekleed in een grijze stofjas, en die toverde een geldstuk van achter ons oor, of die kon veel truukjes met speelkaarten, ik dacht dat hij een echte tovenaar was, dat had de Charrel mij toch wijsgemaakt. en zo zijn er steeds weer nieuwe verhalen, die boven komen, en die ik kan vertellen, zo lang jullie ze willen lezen, waarvoor dank!

%d bloggers liken dit: