De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. De hondjes uit onze jeugd.

Zoals jullie weten, hadden wij van onze Pa een hondje gekregen, maar omdat mijn zus er zo bang van was, verhuisde hij naar de familie van tante Maria ( ons Mitje) en Nonkel John, waar hij de dikke vriend van onze Charrel, mijn neefje , werd. Zij woonden tot mijn 6 jaar op de eerste verdieping , in het huis waar we allemaal samen woonden, en onze Pucky bleef dus de mascotte van iedereen. De eerste keer dat hij naar boven moest , wilde hij niet, en moest onze Charrel hem naar boven dragen, maar hij zat heel graag in de oude zetel in de koepel, het was een slim beestje, en het duurde niet lang, of hij ging , eerst aarzelend, stapje voor stapje naar beneden, om zich te nestelen op zijn favoriete plaatsje. Op korte tijd, rende hij de trappen op en af, hij was heel snel niet bang meer, en op een dag, toen ons Make, de wasmand aan de trap zette om naar boven te dragen, rende onze Pucky juist naar beneden, kon niet meer stoppen en kwam met zijn 4 pootjes vooruit in de wasmand, op de propere was terecht. Hij keek verwonderd rond, sprong er snel uit, keek nog eens naar ons Ma, en was weg naar de koepel. Het was een grote deugniet, maar een schatje. Nonkel John, die nam boterhammen mee naar zijn werk, hij kende dat goed, en snuffelde altijd in de kazak ( boekentas) van nonkel John, die speciaal een stukje brood verstopte, dat altijd door onze Pucky gevonden werd.

Op een dag, toen ons Moemoe, bezoek had, en ze voor de vriendinnen een glaasje boerenjongens ( ze maakte die zelf) had uitgeschonken, bracht ze twee glaasjes naar het salon, maar toen ze de andere twee wilde gaan halen, zat onze Pucky likkebaardend op de tafel, en had een van de twee glaasjes uitgelikt , en zelfs de rozijnen opgesmikkeld. Ons Moemoe maakte van haar oren, en stuurde hem naar de koepel, waar hij in de zetel ging liggen en in een diepe slaap viel, gelukkig had hij geen kater. Het was een deugniet, maar we hielden allemaal heel veel van hem.

Ludo, mijn man, had in zijn jeugd een hondje, een witzwarte Papillon, die overal met hem meeging. Op een dag was Ludo met enkele kameraadjes, met zijn moeder, naar het Rivierenhof gewandeld, Toody, was , zoals altijd mee, en terwijl de jongens aan het spelen waren, liep Toody lustig rond. De honden mochten toen nog los lopen, en ze speelden met elkaar. Ludo kende het rivierenhof als zijn broekzak, omdat zijn Grootvader, conscierge was geweest in het Sterckshof, en ze daar altijd gingen spelen, en vissen in de vijver; Op een bepaald moment waren ze Toody kwijt , de jongens gingen hem zoeken en vonden hem ………. in het Schijn. Hij was bijna verdronken, want het Schijn was niet meer dan een stinkende poel slijk , Ludo kon hem er uit halen,; hij stonk uren in de wind, en dan zijn ze met hem naar de propere visvijver gegaan, waar ze hem in het water, konden proper maken. Het enige dat ze hadden om hem een beetje droog te maken, was de ballennet van hun bal, dus hebben ze hem daar een beetje mee kunnen droogwrijven. Hij bleef stinken, en ze hebben hem nog enkele keren moeten wassen, voor ze hem proper kregen, en voor hij niet meer stonk. Hij bleef, in elk geval, ver van het schijn, toen ze de volgende keren, in het Rivierenhof kwamen. Hij ging nog wel elke keer mee, als Ludo met ” onze Va ” naar het hofke ( werk van den akker ) ging, en daar was hij thuis, daar kon hij ongestoord rondlopen, iedereen kende hem. Hij was een schatje, en heeft tot op hoge leeftijd een deel van hun gezin geweest.

Het hondje van ons Tante Nieke, was een echte schoothond, ze was de tante van mijn moeder, langs Vaderskant, en ze kwam elke week met haar Fifi, van de Kemmelbergstraat, naar ons Moemoe, en later naar ons. Ze vertroetelde hem, ze had nooit kinderen gehad, en ze gaf hem kusjes, hij at mee taartjes, en zat mee aan tafel als ze aten. Toch was hij niet te dik, omdat ze hem overal meenam, als ze ging wandelen, en hij is ( of zij, ik weet het niet) 15 jaar geworden. Hij dronk zelfs , elke avond mee van haar advokaatje. ( “tis nen bedeurven scheet” zeiden ze van haar hondje)

Bij de foto’s : wij met onze Pucky, van Toody heeft Ludo geen foto, en van Fifi heb ik er ook geen, spijtig, want hij had een strikje in zijn haar . En het werk van den akker.

 

%d bloggers liken dit: