De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. De vaste winkels in de driekoningen en de statiestraat.

Als we jarig waren, of als de school terug begon in september, mochten we mee gaan winkelen, met ons Make en de tantes. Dat was heel plezant, want we wisten, dat we zeker zouden eindigen, bij cremerie José, op de hoek van de Sint Lambertusstraat en de driekoningenstraat. Daar hadden ze zo’n lekkere crème glace, en de wafels waren er ook heel lekker. Mijn Bomma, kwam soms van Mortsel om daar met ons een wafel te gaan eten.

Voor schoolgerief moesten we altijd bij Van Brussel zijn, want toen waren er nog geen supermarkten, waar ze dat allemaal verkochten. We hadden niet zo veel nodig, het meeste kregen we in de school, een pennenstok, en ballonpennen, en een potje inkt, denk ik, en kleurpotloden, een gom en een slijper. En daarvoor, een lei en een griffel, want daar zijn we op begonnen, toen we leerden schrijven. We hadden een kladschrift, en een lijntjes en een ruitjesschrift ( schriften van de Zaaier, waar de rekentafels achterop stonden) , en later ook een farde met losse bladen, om je opstel te schrijven. We hadden redispennen en chinese inkt, en een potje lijm, geen pritt, dat bestond nog niet.

Op de hoek van de Kampenhoutstraat was de " radiodistributie " wij hadden dat thuis ook, een bakelieten kastje, waar je enkele posten ( ik denk 6 ) op kon pakken, en in de hoek een plaat , met een gat in voor de luidspreker, die mee werd behangen, dat noemde ons Moemoe " de cosy corner" . Dat was onze radio, later hadden wij een meubel , waar een pickup en een radio in zat. Ik weet nog dat de 78 toerenelpee’s kapot konden, " pas op voor die platen hé " Later waren dat 33 toeren platen, die niet konden breken. Ge mocht ze wel niet op de stoof leggen, want mijn tante was eens aan ‘t poetsen, en ze had per ongeluk een zakje met elpees op de brandende kachel gelegd ( ze was soms al eens verstrooid) , toen ze het zich realiseerde en rook, was het te laat, de platen hadden een heel andere vorm. Mijn nonkel was niet blij.

Onze schoenen kochten wij altijd bij schoenwinkel " De Schepper", die kenden ons goed, want we gingen binnen " voor de meisjes" , maar ondertussen keken de tantes rond, en vonden ook altijd wel een nieuw modieus paar schoenen. Wij hadden ook vaste winkels voor kleding, maar daar ken ik de namen niet meer van. ondergoed en nachtkledij was gewoonlijk bij de Wolmolen, ze kochten daar ook hun kousen en jarretelles, want pantys bestonden toen nog niet, en iedere vrouw droeg nylonkousen, met of zonder naad, en een porte jarretelles ( die af en toe eens losschoot) en zeep en de blauwe potten Nivea, ( voor ons, er zijn veel potten aan mijn zus en mij gesmeerd, zeker aan mij, als blondje , met een gevoelige huid ) , 4711, zilver en koperpoets, enz. bij drogisterij " het Zonneke"

Omdat ze toch in de statiestraat waren, gingen ze ook altijd binnen, bij slagerij Noppe, want die had de beste " zure frut" en ze namen ook altijd hesp mee, van bij Noppe. Bij mij moest daar elk spiereke vet af, ik lustte dat niet, onze Pa at dat vet dan gewoonlijk op, " dat is het beste van de hesp" , maar ik lustte geen vet, ik zei zelfs altijd tegen ons Make dat " ze het vet van de banaan moest doen" als er donkere plekken op waren. Ik lust nu nog geen vet aan vlees .

Ik weet ook nog dat de huisdokter in de statiestraat of driekoningenstraat woonde, Dokter Goemans, een hele goeie dokter. Daar waren ze altijd vol lof over. Mijn tante Wiske heeft op latere leeftijd, toen ze weduwe geworden was, nog boven apotheker Ponnet gewoond. Het bazarreke was er ook nog, die stonden ook altijd buiten met de braderij, zoals de meeste winkels.

Nog enkele foto’s uit de tijd van toen : Tante Wiske en nonkel Charles , nog niet getrouwd, toen het huis nog niet gebombardeerd was, ons Make als kokette jonge vrouw, ons Tante Wiske toen ze bij Atea, was omgeschoold, en ze chef van de ponsafdeling was, met de eerste ponsmachines.

%d bloggers liken dit: