De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. En wekelijks, van Mechelen, naar Berchem en Mortsel

En zo woonden wij dus in Mechelen, en ging ik in september naar het eerste studiejaar, bij de zusters Apostolinnen. Ik had een niet zo goede entrĂ©e gemaakt. Toen ons Moeder ons ging inschrijven, moesten wij even wachten op de speelplaats, de zuster zei ” en braaf wachten en nergens aankomen” maar ik zag een deur openstaan naar de grote tuin, waar de zusters fruitbomen hadden staan, en dus ging ik, mijn zusje meenemend, de tuin verkennen, en de kersen die laag aan de boom hingen, proberen te plukken. Met wat gooi en springwerk lukte het om enige kersen te proeven, maar ik had een nieuw lichtroze kleedje aan, en ik had niet gezien, dat er een grote rode vlek op was gekomen. De zuster had het wel gezien, en ik kreeg meteen mijn eerste uitbrander, en ons Make een rood hoofd, en ik daarna onder mijn voeten!

Gelukkig was ik een goede leerling, was altijd de eerste, en dan kreeg je bij de prijsuitreiking een lauwerkroontje, dat doen ze nu niet meer.

Ik had twee dikke vriendinnen, Christiane en Paula, ( op de foto aan weerskanten van mij) Paula woonde bij ons in de straat, en ik heb haar later, toen we terug in Berchem woonden, nog eens teruggezien. Bij Christiane thuis hadden ze een winkel, en daar hebben we ook veel gespeeld, achter in het magazijn, waar speldjes en strikjes lagen, om in de winkel te verkopen; Elk kind verkleed zich graag, en dat deden wij daar altijd.

En elke week, namen we de trein in station Neckerspoel, om ons Moemoe in Berchem, en ons Bomma in Mortsel te bezoeken, ik ken de twee oude stations dus nog goed. Langs de Boomgaardstraat gingen we naar de wijnstraat, waar ons Moemoe woonde, en waar we ook dikwijls gingen slapen voor een of twee dagen. Vooral mijn zusje leefde op, als we daar waren. Ze paste zich niet zo goed aan, en bij ons Moemoe voelde ze zich geborgen, ik paste mij gemakkelijk aan, maakte snel vriendinnetjes, maar ik liet mijn zusje nooit in de steek, ik nam haar altijd mee. Bij ons Moemoe leerden we ” pappen” een kaartspel, waardoor we leerden tellen, want in een enkele pap, moest je dertig halen, en in een dubbele 50, dus we konden snel tellen door dat kaartspel. Dat mocht je natuurlijk tegen de nonnetjes niet vertellen, want vooral een zuster was heel streng. En , die zuster zei dat altijd, die meisjes van Antwerpen, moest je zeker kort houden.

De kinderen waren vroeger onwetend als het over intimiteit ging en ook van waar de kindjes kwamen, was een raadsel. Dus, wij hadden nooit iets gemerkt en op een morgen kwam onze Pa ons wakker maken, met de mededeling, dat we een broertje hadden gekregen die nacht, en op de vraag waarom ons Make in bed lag, kregen wij als antwoord, dat ze van de trap gevallen was, toen ze snel naar beneden liep, om de deur open te doen toen ze mijn broertje brachten.

Hij zag een beetje blauw, en ik dacht ” amai, wat een lelijk broertje is dat” maar toen hij terug een normale kleur had, was hij echt een mooi kindje. En 7 jaar jonger, dus een beetje een pop voor ons.

Ik heb daar een mooie kindertijd gehad, Ik ga nog altijd graag naar Mechelen, om de herinneringen aan toen terug te beleven.

%d bloggers liken dit: