De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. Naar turnkring Amicitia in Berchem

In 1957 waren we terug aangespoeld in Berchem, tot grote vreugde van ons Make. We woonden in de Belpairestraat, een mooie straat, in een huis met een grote tuin. Ons Moemoe woonde in de Wijnstraat, dus niet zo ver van ons. Het was ons tweede huis, we gingen er heel veel naar toe .

We waren altijd aan het turnen in de tuin, dus ons Make ging op zoek naar een turnkring, die vond ze in de Ferdinand Coosemansstraat, de Amicitia, ze schreef ons in, en zag dat ze daar een leidster zochten, om twee keer in de week les te geven, en schreef zichzelf daarvoor in, en we waren vertrokken. Ons Make was heel sportief, had altijd zelf geturnd, in Mortsel, en daarna gekorfbald, bij Minerva, daar zou ze later trouwens terug mee beginnen.

Het was een heel fijne groep, we deden mee aan wedstrijden, moesten dan overal naar toe, om op een voetbalveld, tegen andere turnverenigingen te turnen, met een vrije of een opgelegde oefening. Ons Make deed dat heel goed, ze was thuis steeds bezig om oefeningen op papier te zetten, en daarbij muziek te kiezen. Ze was ook graag gezien bij de kinderen, ze was heel geduldig, en alleen streng als het nodig was. Zie foto tijdens een wedstrijd.

Enkele keren per jaar gingen we ook in de processie of de Rerum Novarumstoet , hier heb ik ook nog een foto van. Soms moesten we met de bus weg, dat was minder goed nieuws voor mij, want zoals jullie nog weten, was ik wagenziek, dus altijd vooraan, een flesje 4711 eau de Cologne bij de hand, en een zakje. We reden eens naar La Roche en Ardenne, ik herinner het me nog goed, ons Make probeerde me heel de tijd bezig te houden, maar ik was zo ziek , ik kon er echt niets aan doen. Ginder herinner ik me nog, dat we voor de optredens op het voetbalveld, eerst naar de kerk moesten, en dat daar de vaandeldrager van de jongensturnkring, flauw viel. Het was een mooie jongen, en iedereen was zo bezorgd, maar het was gewoon van te lang recht te staan, en van de honger, bleek later.

Een keer per jaar deden we een turnfeest in de zaal waar we altijd turnden, het was een mooie zaal, met een groot podium, elke groep had optredens, en ook af en toe een sketch , ik moest , samen met een ander meisje ( als ze zich herkend, laat het even weten) het liedje brengen van ” er is een gat in de emmer, stomme Liza, stomme Liza” ik speelde Dokus, ik heb er ook nog een foto van. plezante tijd was het.

Ik vind het heel prettig dat ik enkele vriendinnen van toen, in de turnkring, hier heb teruggevonden, wij werkten ook soms samen met de Scoutsgroep, daar hadden we ook veel vrienden . Die gingen ook mee met de stoet, dus zo leerden we mekaar kennen.

Het is altijd fijn, om die foto’s terug te zien, en samen terug die mooie herinneringen te beleven, want het was echt een mooie tijd.

%d bloggers liken dit: