De wekelijkse column over de jeugdjaren Diane Van Rillaer. Ons Bomma ( deel twee)

Ik schrijf nog maar een stukje over ons Bomma, eerlijk gezegd, over haar zou ik een boek kunnen schrijven. Het was een sterke, onafhankelijke vrouw, noodgedwongen door de ziekte van onze Bompa, die voor haar gezin zorgde, en er op toe zag dat niemand iets te kort kwam. Zelf was ze opgegroeid in het noorden van Frankrijk, als enige meisje tussen 4 broers, en een Moeder die er alleen voor stond, want Vader was vroeg overleden. Er werden toen nog zo geen eieren onder de kinderen gelegd, en ze moesten allemaal mee de handen uit de mouwen steken. Ze waren dan ook heel gelukkig toen alle zonen de eerste wereldoorlog, goed overleefden, en haar dochter, er zelfs een Vlaamse vrijer aan overhield, die haar , wel na een tijdje , mee naar Mortsel nam, om daar een nieuw leven te beginnen.

Ze kon niemand in de kou laten staan, ze heeft veel buren geholpen, want ze was een warme hartelijke vrouw, die geen tranen op een kindergezichtje kon zien. Toen tijdens de tweede wereldoorlog, een van de buren in het bombardement van de Erla bleef, en een vrouw en drie kleine kinderen achterliet, was ze dan ook de eerste om te helpen. De weduwe verdiende een beetje bij als naaister, en sinds ze alleen overbleef, zorgde mijn Bomma er voor, dat ze voor haar en voor zoveel mogelijk mensen, kon naaien en verstellingen doen. Ook het welstellende gezin waar mijn Bomma als kokkin werkte, haalde ze over om bij ” haar heel goede naaister” kleedjes en dergelijke te laten maken. De kinderen mochten ook altijd komen voor groenten uit de tuin, en kregen dan een lekkere koek ( zelfgebakken ) van Bomma mee naar huis.

Voor haar zonen deed ze alles, maar toen die later volwassen waren, deden zij dat voor haar ook. Ze gingen allebei in Mortsel naar school, vraag me niet waar, dat weet ik niet, en op een dag kwam de jongste al huilend thuis, met een rapport dat veel lager was , dan gewoonlijk, want hij leerde goed. Hij had nog niet zo lang een nieuwe leraar, en toen ons Bomma het rapport nakeek, merkte ze dat er bij het optellen een serieuze fout was gebeurd. Het was zomaar 25 punten te kort. Ze is naar school gegaan, en had een cadeautje bij voor de leraar, namelijk, een houten kleurrijke telraam, met een briefje erbij, dat hij dit misschien kon gebruiken als hij de punten optelde. Mijn Vader vertelde dat dikwijls, en ook dat ze zich nooit liet doen, door niemand. Ze kwam ook voor anderen op, die door de maatschappij niet goed werden behandeld, ze kon niet tegen onrecht of onjuistheid. En de mensen wisten dat, ze heeft veel mensen geholpen, vooral in de oorog.

En , over de oorlog gesproken, ze ging smokkelen, want haar gezin mocht niets te kort komen, onze Bompa was ziekelijk ( in de eerste oorlog , gepakt van de gas) en ze wou boter , bloem en spek, voor hem, want de zonen waren opgepakt om voor de duitsers te gaan werken, ik vertelde al, dat mijn vader daar kon vluchten, en helemaal van Duitsland te voet naar huis kwam, waarna hij moest ondergedoken blijven tot de oorlog gedaan was. Ze ging dus smokkelen, met de fiets, ze trok er ‘s nachts op uit en kwam met haar jas, vol boter, bloem en spek , terug naar huis, waar een bange Bompa op haar wachtte. Op een keer, vroeg ze aan mijn Moeder, die toen al ” kennis had” ( zo noemde men dat toen) met mijn Vader, of ze niet mee ging, dan kon ze voor haar Moeder toch ook boter meenemen. Ons Ma was daar niet echt geschikt voor, ze was een vrij verlegen, bang meisje ( door de oorlog) , maar ze wou niet weigeren, en ging mee, ze vertelde, en de Bomma vertelde het ook later aan ons, dat ze bibberend op de fiets zat, met 1 pakje boter, 1 pakje bloem, en een beetje spek, verstopt in haar jas, en toen ze eindelijk thuis waren, ze naar het toilet spurtte, om over te geven van de zenuwen. Dat was niets voor ons Make , hé. Ze heeft het nog vaak moeten horen. Maar ons Bomma had dat voorzien, en gaf haar een deel van haar gesmokkelde waren mee. Een keer heeft ze heel veel geluk gehad, Ze was dik en rond, omdat haar jas weer vol smokkelwaar zat, toen ze werd tegengehouden door twee duitse jonge soldaten, ze zegde dat ze zwanger was, en op weg naar de vroedvrouw, omdat ze pijnen had ( ik hoor het haar al uitleggen in haar gebroken Vlaams, met een beetje gebroken Duits er tussenin) en dat ze toch niet wilden dat ze daar zou bevallen. Ze schrokken, het waren twee jonge kerels, en ze mocht verder rijden. Toen heeft ze veel geluk gehad, een uitleg had ze altijd.

Toen ze ouder werd, bleef ze de goedlachse, opgewekte vrouw, die ze altijd geweest was. Haar zonen en schoondochters zorgden goed voor haar en ze is tot aan haar dood, toen ze 91 was, in haar huisje blijven wonen. Mijn Vader en zijn broer, hebben zoveel mogelijk voor haar gedaan, toen ze een nieuw toilet, en een electrische pomp wilden installeren, wou ze dat eerst niet, maar ze konden haar toch overhalen. Ze gebruikte heel lang het toilet ( plank met een gat in ) en pompte met de hand water uit de kraan. Ze kochten een ijskast voor haar, en een televisie, en zo ging ze stilletjesaan moderniseren. Ze was altijd tevreden ( contente, zei ze ) en het enige wat ze vroeg, was dat iedereen zoveel mogelijk langskwam. Ik ben heel blij, dat mijn kinderen ze nog lang gekend hebben. Ze waren 17 en 18 toen ze overleden is. ze was voor iedereen ” ons Bomma” ik denk nog heel veel aan haar.

Bij de foto’s : Ons Bomma, met haar zonen en schoondochters , toen ze in Antwerpen de bevrijding gingen vieren, het huwelijk van mijn oom, de jongste zoon, ( ik ben het kleine meisje vooraan) , en met onze Bompa, en ons Make , bij Jeanne hun schaap .

 

%d bloggers liken dit: