De wekelijkse column van Diane Van Rillaer. Familie van familie

Allemaal samen in een huis, na de oorlog, was voorbij in 1952, maar de familie bleef hecht, ” wij hangen goed aaneen” zei ons Tante Wiske, en zo leerden we op de vele familiefeestjes ook de familie kennen, van onze tantes en van de grootmoeders. Soms schiep dat verwarring, ons Moemoe had een vriendin die Julia heette, ze noemden ze Juleke, en wij moesten Tante Juleke zeggen. Nu had Nonkel Charles , de man van tante Wiske ( de chef van de statie) een zus die meestal op alle feestjes aanwezig was, samen met haar man. Ze hadden geen kinderen, dus ze brachten meestal iets mee voor ons. En daar kwam de verwarring, wij hadden vanaf we klein waren, ook altijd tante en nonkel moeten zeggen, hun naam was Jos en Jules, ze werden altijd in een adem genoemd ( komen Jos en Jules? ) maar wij, mijn zusje en ik, wisten nooit wie Jos was en wie Jules, dus wij hebben heel lang tante Juleke gezegd, en later ontdekt dat het tante Joske moest zijn, Jules was hij. Hij was een grote imposante man, met een grote bos pekzwart haar en dito wenkbrauwen, we waren er een beetje bang van, hij had een zware stem, en zong altijd opera op de feestjes. Tante Joske, was een gezellige Madame, die altijd zei, ” allez Jules, zingt nog eens van de mobiele donna” Mede door hen , hou ik van opera, en denk ik altijd aan onze familiefeestjes als ik ” la donna e mobile ” hoor.

Tante Wiske woonde bij haar schoonouders , in de Brouwersstraat in Berchem, het was een kleine gezellige woning, beneden ” twee dooreenlopende plaatsen” zoals men dat toen zegde, en een pomphuis met keukentje. Toen de moeder van nonkel Charles kwam te overlijden, wilden ze naar een appartement, dat begon toen in te komen, want daarvoor spraken de mensen van ” een kwartier, een achterkwartier of ” nen beneje ( een benedenverdieping) ” . Er werd in de vredestraat, tegen de grote steenweg, over de hoge weg, een nieuw appartementsgebouw gebouwd in rode steen, het staat er nog, en daar ging tante Wiske wonen, voor de familie was dat heel wat, een appartement, ruim, met twee slaapkamers, en haar schoonvader ging mee. Toen was dat zo, er werd voor de ouders gezorgd, ofwel, gingen ze er bij wonen, zoals tante Maria, ofwel woonde de overblijvende ouder in bij de kinderen.

Vader Ven, zo werd hij genoemd, was een rustige man, die elk jaar met Sinterklaas, voor iedereen van de familie , een grote speculazen vent, liet bezorgen, dikke speculaas, heel lekker als je die in de koffie sopte.

Hij woonde dus bij hen in, en dat was niet altijd gemakkelijk, hij had de gewoonte om er altijd te blijven bij zitten, ook als ze vrienden op bezoek hadden, hij was doof, en als hij zijn hoorapparaat niet bij de hand had, werd hij altijd kwaad, en dan zei hij ” ik weet dat jullie over mij bezig zijn” en dan ging hij in zijn kamer zitten. Toen ze later een televisie kochten, kocht hij er ook een voor in zijn kamer, hij had een mooie ruime kamer, en dan zat hij op zijn gemak, zei hij. Hij is 90 jaar geworden, en hij was een beetje de Bompa van iedereen. Hij droeg altijd een hemd en een das ‘ plastron” , hij was ambtenaar geweest, en dat vertelde hij dikwijls. Hij had in zijn kamer een bureau staan met een inktpot, en een pennenstok met een ballonnekespen en een met een mussenbek ( hij noemde dat zo, ook een soort pen) Hij schreef zo mooi, dat hij al in november begon, om de nieuwjaarskaartjes te schrijven, en hij heeft ons met een Redispen, met Chinese inkt leren schrijven, ik maak nog altijd een lus aan mijn ” z ” dat heb ik van hem geleerd. Dat zijn allemaal dingen die je als kind leerde en die je nooit vergeet.

Bij de foto’s : Tante Wiske en Nonkel Charles, pas getrouwd , en de familie met rechts Vader Ven, met zijn eeuwige pijp, en achter tante Wiske ons Moemoe, met haar vriendin, Line ( Caroline)

%d bloggers liken dit: