District legt een eekhoornbrug aan in de Kerkeveldstraat in Wilrijk
WILRIJK – In de Kerkeveldstraat in Wilrijk kunnen eekhoorns voortaan dankzij een eekhoornbrug veilig de rijbaan oversteken.
De Kerkeveldstraat in Wilrijk vormt de grens tussen twee grote groenzones. Aan de ene kant ligt het door natuur overgroeide voormalige militaire domein van Fort 6. Aan de andere zijde bevindt zich begraafpark Steytelinck dat naadloos overvloeit in het gelijknamige park. De rijweg bemoeilijkt echter het oversteken voor de dieren. Nu werd in de Kerkeveldstraat een dik-gevlochten koord gehangen tussen twee bomen aan weerszijden van de rijbaan. Over dat touw kunnen voortaan eekhoorns op een veilige manier de oversteek maken tussen de twee groene plekken. De eekhoornbrug, die zich op vijf meter hoogte bevindt, werd op een zodanige manier vastgemaakt aan de bomen dat deze er geen schade van ondervinden.
De meeste dieren vertonen een aversie tegenover de aanwezigheid van de weg, waardoor die voor hen een sterke barrière vormt. Sommige dieren zullen zelfs wegen opnemen in de grenzen van hun territoria. Wanneer wegen smal zijn, omgeven door natuurlijke vegetatie en de boomkruinen aan beide kanten van de weg elkaar bijna raken, zullen bos-bewonende dieren meer geneigd zijn om de overkant van de weg te bereiken. Wanneer de afstand tussen de bomen te groot is, zullen boomklimmers (zoals eekhoorns) ook vaak de weg via de grond oversteken. Hoewel eekhoorns snel kunnen rennen, hebben ze de neiging bij het oversteken, wanneer er gevaar dreigt, stil te gaan zitten ‘als een bolletje’.
Schepen Linda Verlinden (zie foto/N-VA): ‘Meldingen van burgers bewijzen dat op deze baan regelmatig dieren worden overreden. Deze inspanning van onze groendienst is dan ook een mooie stap voorwaarts voor dierenwelzijn. Eekhoorns en andere boomklimmers kunnen nu veilig oversteken en zelfs voor de vele vleermuizen van het Fort 6 kan deze eekhoornbrug een geschikte aanvliegroute vormen.’ Schepen Hans Ides (CD&V): ‘We vinden het in Wilrijk belangrijk om het groen met elkaar te verbinden, voor mens en dier. Met deze brug leggen we een mooie link tussen twee groene parels van Wilrijk. Hopelijk kan het de eekhoorn doen terugkeren naar park Steytelinck.’
In de literatuur rond eekhoorns lezen we dat jonge dieren en dieren tijdens de paringstijd een grotere kans hebben om te worden aangereden omdat deze perioden met grotere verplaatsingen met zich meebrengen. Bij eekhoorns haalt slechts een kwart van de jongen het eerste levensjaar en één procent van alle eekhoorns wordt vijf jaar of ouder. Daarenboven zijn tijdens de eerder genoemde ‘mating chase’ de eekhoorns niet erg gefocust op hun omgeving waardoor ze meer risico zouden kunnen lopen om te worden overreden. Uit onderzoeken blijken de pieken in het aantal verkeersslachtoffers echter vooral in maart-april en september te liggen. Uit de data is een duidelijke seizoenale variatie te zien in het aantal verkeersslachtoffers. Er is een minimum aantal slachtoffers tussen november en februari, hierna volgt een stijging in maart en april, gevolgd door een stabilisatie tijdens de zomermaanden en een lichte piek rond september. Uit deze gegevens blijkt dat de pieken in het aantal slachtoffers (in tegenstelling tot wat in de literatuur wordt beweerd) niet samenvallen met de verhoogde activiteit van de eekhoorns tijdens de paartijd (januari en mei), maar wel met de perioden waarin de jongen op zoek gaan naar een nieuw territorium. Dat is ongeveer drie à vier maanden na hun geboorte in januari of in mei, dus respectievelijk de periode maart-april en augustus-september. (EM)