Grote schoorsteen van Agfa-Gevaert krijgt een ingrijpende opknapbeurt
MORTSEL – Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA), kent een premie van 248 277,64 euro toe voor de restauratie van de grote schoorsteen van Agfa-Gevaert in Mortsel. De schouw werd in 2016 beschermd als monument.
Bourgeois: ‘De schoorsteen van Agfa-Gevaert is het alom gekende symbool van Mortsel. Hij dateert al van 1928 waardoor er nood is aan enkele ingrijpende restauratiewerken om dit erfgoed te behouden in al zijn glorie.’ De schoorsteen van Agfa-Gevaert staat centraal op de site Gevaert 1. Door schade te wijten aan opeenvolgende perioden van vorst en dooi vallen geregeld bakstenen naar beneden. Doordat de baksteendelen afketsen op de waterbak onderaan de schoorsteen springen ze verder weg dan verwacht. Om de veiligheid te garanderen zijn er inmiddels hekken geplaatst.
De schoorsteen van Agfa –Gevaert is door zijn afmetingen (68 meter hoog) van ver zichtbaar en vormt zo een baken voor de omgeving. In 2016 werd de fabrieksschoorsteen beschermd als monument. Agfa-Gevaert werd in 1894 opgericht in Antwerpen door Lieven Gevaert en produceerde aanvankelijk vooral fotografisch materiaal. In 1904 verhuisde de fabriek van Antwerpen naar Mortsel. Het assortiment werd uitgebreid naar fotografische platen voor medische, astronomische en wetenschappelijke toepassingen. In 1964 fusioneerden Agfa en Gevaert tot Agfa-Gevaert, waardoor één van de grootste fotografiebedrijven ter wereld ontstond. De ontwikkeling van het bedrijf droeg in hoge mate bij tot de industrialisatie van Mortsel.
Van de oude fabriek uit 1904-1905 blijven enkel nog gebouwen over in het noordoostelijke deel van het bouwblok gelegen op hoek van de Septe- en Lieven Gevaertstraat. Het gaat om baksteenbouw van één, twee of drie verdiepingen onder pannen zadeldaken naar een ontwerp van architect Joseph De Backer. De grote schoorsteen in Mortsel werd in 1928 gebouwd door het Brusselse bedrijf Cheminées Peters, gespecialiseerd in fabrieksschoorstenen. De schouw werd naast het ketelhuis Stoom en Drijfkracht gebouwd. Volgens een feestschrift bij het 35-jarige bestaan van Gevaert stonden het ketelhuis en de schoorsteen symbool voor de grootsheid van de firma. Het bouwwerk sierde de cover van het vademecum ‘Ik werk bij Gevaert’ dat in de jaren ‘50 aan nieuwe werknemers werd gegeven. De schoorsteen is een getuige van de zoektocht van Gevaert om op een rationele manier met energie om te gaan. In het ketelgebouw werd stoom opgewekt door de verbranding van steenkool en vanaf ongeveer 1960 van zware stookolie. De stoom werd gebruikt voor de verwarming van lokalen, het op het temperatuur brengen van vloeistoffen en gassen, het distilleren van vloeistoffen en het drogen van film, papier en emulsies. De warmte werd ook omgezet in mechanische energie voor drijfkracht en voor verlichting. Het ketelhuis en de schoorsteen werden centraal op de site Gevaert 1 gebouwd zodat de stoom gemakkelijk via een lang stelsel van leidingen over de site kon worden verspreid.
Aanvankelijk was de grote schouw 72 meter hoog. In 1992 werd de kraag afgebroken, zodat ze nu 68,2 meter hoog is. Voor een bakstenen exemplaar is die hoogte bijzonder. Langs alle zijden van de schoorsteen was de naam van het bedrijf Gevaert met witte bakstenen zichtbaar ingemetseld. Rond de schoorsteen werden ook stalen spanbanden aangebracht. Het ketelhuis is niet beschermd omdat het doorheen de jaren te veel verbouwingen onderging. (EM/Foto cc Onroerend Erfgoed)