Politiezone HEKLA heeft tien intelligente camera’s, zone MINOS maar één

MORTSEL – Jan Jambon (N-VA) wil 3 000 ANPR – in de volksmond ‘slimme’-camera’s  laten ophangen in ons land. Dat werd eind 2016 beslist. ANPR staat voor ‘Automatic Number Plate Recognition’, automatische nummer­plaatherkenning. De camera’s registreren dus de nummerplaten van alle voertuigen die er voorbij rijden. Zijn West-Vlaamse partijgenoot Koenraad Degroote interpelleerde de minister over het aantal camera’s. Hieruit bleek dat er een enorm verschil is tussen Vlaanderen (875), Wallonië (33) en Brussel (15). Maar ook binnen onze Zuidrand is er een opmerkelijke vaststelling. HEKLA heeft er tien, MINOS één en die wordt dan nog beheerd door de zone Voorkempen.

De aankoop van één ANPR-camera kost 10 000 euro. En dan begint het pas. Er dienen ook voortdurend gegevens te worden ingevoerd en dat kost heel veel tijd. Dat is één van de redenen waarom men bij de politiezone MINOS (Boechout, Borsbeek, Mortsel, Wijnegem en Wommelgem) er maar één heeft aangekocht. Het verschil met de buren van HEKLA (Aartselaar, Edegem, Hove, Kontich en Lint) is groot. Daar heeft men er tien.

Nico Roeland van politiezone MINOS: ‘Momenteel hebben we inderdaad slechts één slimme camera’s en die wordt dan nog niet door ons beheerd. Hij staat op de Houtlaan, op de grens Wijnegem-Schilde en het is de politiezone Voorkempen die er zich over ontfermd. Er worden aankopen begroot voor volgend jaar maar ik heb er nog geen zicht op wanneer de camera’s worden geleverd en hoeveel het er zullen zijn.’ Het verschil met HEKLA blijft natuurlijk opmerkelijk. ‘Het zijn de gemeentebesturen die geld moeten vrijmaken voor de aankoop. Die moet worden opgenomen in de begroting. Bovendien krijgt elke politiezone geld van de federale overheid en daar nijpt het schoentje. De dienst van minister Jambon besloot om te besparen op de federale dotatie van de politie. Hierdoor kwam er een herberekening waarbij de zone MINOS heel wat minder geld krijgt dan waar we recht op hebben. Het gaat niet een paar centen maar over honderdduizenden euro’s. Wij kloppen al maanden aan bij de overheid maar daar houdt men het been stijf.’

Er is niet alleen het financiële plaatje dat de aankoop – en het beheer – van een slimme camera bemoeilijkt. ‘We moeten eerlijk zijn. Na de politiezone Antwerpen zijn wij de zone die het zwaarst belast is. Indien onze agenten al dat extra werk, dat een ANPR-camera met zich meebrengt, er moeten bijnemen, dan zouden ze een achterstand oplopen die niet meer op te halen is. Voorlopig vertrouwen wij vooral op de BIN (Buurtinformatienetwerken). Wij bereiken stilaan de jaarlijkse piek wat inbraken betreft. Daarom doen wij een beroep op de burgers, eerder dan op camera’s. In Wommelgem en Boechout wordt het grondgebied volledig bedekt door BIN maar ook de andere gemeenten doen het goed.’

Ook Dirk Fonteyne van HEKLA zegt dat men in zijn zone vooral rekent op BIN. De tien slimme camera’s die zij vorig jaar hebben aangekocht zijn trouwens nog niet in werking. ‘Wij moeten eerst zeker zijn dat de wetgeving op de privacy volledig in orde is. Volgend jaar moeten de camera’s actief zijn. Bij ons hebben Aartselaar en Edegem afzonderlijk respectievelijk drie en vier toestellen aangekocht. De andere werden door HEKLA zelf aangeschaft.’ Wat het aantal flitscamera’s betreft staan er wel duidelijk meer bij MINOS (acht) dan bij Hekla (twee, in Hove). Ook Wilrijk behoort tot onze Zuidrand en tot politiezone Antwerpen, die 36 flits- en vier ANPR-camera’s heeft. (EM)