Sophie De Schaepdrijver: ‘In WO I wilden mensen vooral hun land verdedigen’

WILRIJK – Sophie De Schaepdrijver (57) is hoogleraar moderne Europese geschiedenis aan de Pennsylvania State University. Zij werkt rond de sociale en culturele geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog, met bijzondere aandacht voor de bezettingen. Met haar boek ‘De Groote Oorlog: Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog’, dat voor het eerst van de persen liep in 1997, was zij de eerste die een volledig beeld schetste van wat er tijdens de periode 1914-1918 in ons land gebeurde.

De professor, sinds vorig jaar ook barones, wordt dezer dagen van de ene studio naar de andere lezing geleid. Ook het gemeentebestuur van Edegem sprong op de kar. Gisteren maandag vertelde ze in de aula van de Campus Drie Eiken in Wilrijk het verhaal over de ontvangst die onder meer de koning en de soldaten kregen na het einde van de oorlog onder de titel ‘Bezetting, Bevrijding, Blijde Inkomst.’ Ze wil meer plaats voor historisch onderzoek. ‘De klaprozen, de artiesten, de musici: het komt me de oren uit’, liet ze jaren geleden optekenen. Ze gaat op zoek naar de echte verhalen en schreef daarom een boek over Gabrielle Petit, een 23-jarige verkoopster uit Molenbeek die in 1916 werd geëxecuteerd.

Op 11 november 1918 om 11 uur viel het vuurgeweld aan het Westelijk Front stil. De Schaepdrijver: ‘Maar de ‘uittrede’ uit de oorlog was een langduriger proces voor de betrokken samenlevingen en legers. Soldaten mochten niet meteen naar huis, hele streken lagen in puin, gezinnen waren verweesd en jonge mannen verminkt. Het herstel zou jaren duren. Herman Teirlinck zag hoe er op die elfde november in Brussel bewuste fusillades plaatsvonden. Onmiddellijk na de bevrijding brak de volkswoede los. Vooral kleine kruideniers, die hadden ‘geprofiteerd’ van de bezetter en vrouwen die ‘te intiem waren geweest met Duitsers’, werden wreed behandeld .De volkswoede stopte echter na één week. Meteen het sein voor burgemeesters om in hun gemeente of stad, grootse festiviteiten te organiseren. Zo deed Koning Albert I verschillende plaatsen aan. Zijn intocht op 19 november in Brussel moest het hoogtepunt worden. Bewust reed hij de hoofdstad binnen via de volkswijken van Molenbeek. In de oorlog wilden de mensen vooral hun land verdedigen, ook al trok maar twintig procent van de mannen naar het front. In andere landen liep dat op tot 80-90 procent. Als dankbaarheid werd het enkelvoudig stemrecht ingevoerd voor mannen. De vrouwenbeweging was woest. Mannelijke zelfstandigen die van de oorlog hadden geprofiteerd werden beloond, terwijl vrouwen in de kou bleven staan. Op afbeeldingen van die intocht zie je dan ook geen enkele vrouw. Als compromis mochten oorlogsweduwen ook gaan stemmen maar dat recht verviel wanneer ze hertrouwden.’

Tijdens de herdenkingen naar aanleiding van Wereldoorlog Eén willen de verschillende comités hoop brengen maar De Schaepdrijver, die in de Verenigde Staten woont, ziet de toekomst veel sceptischer in. ‘We leven in een wereld die vergelijkbaar is met 1914. Trump en Poetin spiegelen zich aan de Duitse oorlogskeizer Wilhelm II. Volgende week dinsdag zijn er parlementsverkiezingen in de Verenigde Staten. Schrik niet dat het dat een triomftocht wordt voor Trump. Het is niet alleen meer in de plattelandsgebieden dat men zich achter hem schaart. In Pennsylvania, waar ik woon en doceer, is het eng geworden. Ik verblijf nu heel veel in België omdat ik mijn zoon hier wil laten studeren. In Amerika heerst er een te vijandelijke sfeer en zo staan we veel dichter bij 1914 dan velen beseffen.’ (EM)

 

%d bloggers liken dit: