Vlaamse parlementsleden brengen een bezoek aan Arop in Wilrijk
WILRIJK – De Vlaamse maatwerkbedrijven worden de laatste jaren geconfronteerd met een razendsnel veranderende context. In april 2014 keurde het Vlaams Parlement het decreet ‘werk- en zorgtrajecten’ goed. Op 1 januari trad ook het decreet ‘Collectief Maatwerk’ in voege. Dit vraagt de nodige flexibiliteit en wendbaarheid van de vele maatwerkbedrijven die in Vlaanderen actief zijn. Desalniettemin blijven zij hun cruciale rol vervullen in de Vlaamse economie. Maatwerkbedrijven zijn immers niet meer weg te denken uit het economisch weefsel. De provincies blijven zich sterk inzetten op het verbinden van de reguliere en de sociale economie. Ze nodigden vanochtend dan ook de Vlaamse parlementsleden uit om nader kennis te maken met een maatwerkbedrijf en haar specifieke manier van werken. In de provincie Antwerpen gebeurde dat bij Arop aan de Dynamicalaan in Wilrijk.
Gedelegeerde Kathleen Helsen (CD&V): ‘We mogen aannemen dat de helft van de Vlaamse bedrijven samenwerkt met een maatwerkbedrijf. Dit blijkt uit een verankeringsstudie van de maatwerkbedrijven in West-Vlaanderen. Investeren in maatwerkbedrijven zorgt dus voor een stevige economische zowel als maatschappelijke return. Meer nog, netwerkfederatie SST (Samen Sociaal Tewerkstellen) berekende een terugverdieneffect van 12 228 euro winst per jaar per individu tewerkgesteld in een maatwerkbedrijf. De kost van een werkloosheidsvergoeding valt immers weg, medewerkers genieten van een hoger inkomen, dragen bij aan de belastingen en kunnen zelf weer investeren in onze economie.’
In Nederland werden maatwerkbedrijven afgeschaft. De mensen die er werkten werden ondergebracht op de reguliere markt. Resultaat: één jaar later zat 70 procent thuis. Olivier Janssens, algemeen directeur van AROP: ‘Het bewijst dat deze mensen hun weg niet vinden op de gewone markt maar dat betekent zeker niet dat ze minderwaardig werk leveren, integendeel.’ Dat bewijst trouwens de indrukwekkende klantenlijst van Arop. Daarop prijken bedrijven als Audi (waar men de schokdempers en de koeling voor maakt), Coca Cola, Atlas Copco (vervaardigen van hoezen), Gategroup (verpakkingen voor airline-catering), Group Thys uit Kapellen (maken van deuren), Rizla, Oxford (assemblage van fietsen), Ann De Meulemeester,…
Arop (‘ARbeidsOPleiding’) werd in 1965 opgericht als beschutte werkplaats in Borgerhout. Nadien kwam er een uitbreiding naar Wommelgem en Wilrijk. Sinds 2013 zit men uitsluitend op de huidige locatie. ‘We hebben 250 medewerkers, waarvan er zo’n 40 procent op verplaatsing aan de slag zijn, en draaien een omzet van zes miljoen euro. En zeggen dat we zijn begonnen met het stikken van zakken. We zijn bijzonder fier dat we een eigen product kunnen vervaardigen: kersenpitkussens. Daarvan maken we er 160 000 waarvan er een deel wordt verdeeld door bijvoorbeeld Colruyt maar die we ook via onze eigen webshop, Inatura, aan de man brengen. De kussens – waarvan de kersenpitjes worden aangeleverd vanuit Duitsland, Polen en Oekraïne – zitten ook in de bekende Bednetpoes. Vanaf juni wordt dat voor minstens twee jaar de mascotte van de Rode Duivels. We rekenen er dan ook op dat de fans van onze nationale voetbalploeg hem massaal zullen aanschaffen.’ Opvallend is dat na een periode van vergrijzing de gemiddelde leeftijd van de mensen die worden tewerkgesteld bij Arop is gedaald naar 35 jaar. (EM)