Zaak Peter Spruyt tegen stadsbestuur Mortsel morgen voor rechtbank
MORTSEL – Morgen woensdag wordt de rechtszaak gepleit van Peter Spruyt tegen het Mortselse stadsbestuur. Op 26 september 2017 werd de gemeentearbeider en vakbondsafgevaardigde om dringende reden ontslagen nadat hij meermaals meende vast te stellen dat asbest niet correct werd gesaneerd. Omdat het stadsbestuur niet inging op de vraag om terug te komen op zijn het ontslag, startte hij een proces voor de Arbeidsrechtbank. Daarbij kan hij rekenen op de steun van de PVDA.
Ward Coenegrachts, woordvoerder van Mortselse afdeling: ‘Peter Spruyt werkte zeven jaar bij Stad Mortsel als polyvalente arbeider die mee instond voor het onderhoud van de gebouwen in de gemeente. Hij was vakbondsafgevaardigde voor ACV. Hij stelde de laatste jaren bij herhaling vast dat er een onderschatting is van het asbestprobleem. Telkens bracht hij feiten aan die duiden op de gevaren en het niet navolgen van de regelgeving omtrent sanering. Alle specialisten benadrukken nochtans dat we veeleisend moeten zijn om het sluipende gevaar van asbest in te dijken, omdat één vezel asbest kan volstaan om binnen 20 à 30 jaar longvlieskanker te veroorzaken.’
Peter Spruyt: ‘Tijdens de zomer van 2017 bleek dat de sanering van Hangar 40 op de site van Fort IV niet correct gebeurde. Hangar 40 is één van de oude magazijnen langs de Fortstraat en vlakbij de Krijgsbaan waar heel wat Mortselse verenigingen zijn gevestigd. Na verschillende cleanings door een externe firma zagen we op 21 september dat er nog altijd stukjes asbest waren blijven liggen. Die vezels zouden bij sterke luchtverplaatsingen opnieuw kunnen vrijkomen. Toen ik na die vaststelling vroeg of het niet beter was het werk te stoppen op die plek en ons andere opdrachten te geven, werd dit door het stadsbestuur aangegrepen als werkweigering.’ Coenegrachts: ‘Het is onaanvaardbaar dat werknemersafgevaardigden die opkomen voor de gezondheid van hun collega’s aan de kant worden gezet. Zowel de bevolking als de personeelsleden hebben er alle belang bij dat die hun vertegenwoordigers zich verantwoordelijk voelen en problemen ook durven stellen. Het ontslag met de zwaarste sanctie van een afgevaardigde omdat die hier een punt van maakt, hoort niet thuis in een democratie.’
Aangezien het stadsbestuur niet in ging op de herhaaldelijke vraag om terug te komen op het ontslag, besliste Peter Spruyt om een juridische procedure te starten. ‘Het ontslag van een personeelsafgevaardigde die het opneemt voor de gezondheid van zijn collega’s mag niet passeren. Daarom trekken wij met zijn allen morgen om 14 uur naar het Justitiepaleis waar de zaak wordt gepleit voor de Arbeidsrechtbank.’
In een officiële reactie liet het stadsbestuur weten: ‘We hadden alle begrip voor de bezorgdheden van een werknemer. We nemen nooit risico’s die de volksgezondheid in gevaar brengen en volgden de nodige procedures. De metingen gaven na elke sanering aan dat de strenge grenswaarden voor asbestvezels nooit werden overschreden. De loodsen zijn perfect veilig. Er was geen enkele reden om niet meer verder te werken. Overleg haalde niets uit waardoor we onze werknemer om dringende redenen hebben moeten ontslaan.’ Vandaag weten we dus hoe de rechter erover denkt. (EM/Foto PVDA)